Appenzeller Sennenhond (karakter, voeding, verzorging)

  • Maat: Medium
  • Hoogte: 50-56 cm
  • Gewicht: 22-32 kg
  • Levensverwachting: 12-14 jaar
  • Type vacht: Korthaar
  • Kleuren: zwart, havanna bruin (symmetrische bruinrode, witte aftekeningen)
  • FCI-groep: Pinscher – Schnauzer – Molossian – Zwitserse Berghond en Veedrijvershond

Appenzeller Sennenhond
Bijna geen enkel ander hondenras houdt zijn eigenaar zo op de been als de Appenzeller Sennenhund. Hij wordt beschouwd als een echte natuurjongen en een krachtpatser. Tegelijkertijd heeft hij altijd een oplettend oog voor zijn omgeving. Door zijn geschiedenis en karakter werd hij lange tijd vooral gebruikt als herdershond voor boeren en herders. In een gezinsomgeving past de luidruchtige viervoeter ook naadloos in het plaatje. Voorwaarde hiervoor is voldoende aandacht en voldoende beweging.

Karakter en eigenschappen

Als volhardende sportman eist de Appenzeller Sennenhond intensieve lichaamsbeweging. In het open veld is een van zijn sterke punten het bijeenhouden van een grote kudde boerderijdieren. Zijn hoge snelheid en behendigheid kwalificeren hem voor deze baan. Het dier is zeker ongeschikt voor recreatieve mensen. Een partner die zijn belangen in de open lucht deelt, wordt als optimaal beschouwd. Zijn niet aflatende dorst naar actie gaat hand in hand met een hoog niveau van begrip.

Hij is een zeer leergierige leerling en staat open voor een breed scala aan taken. Zijn reputatie als geleidehond en dierenassistent in medische diensten is uitstekend. Tegenover vreemden stelt hij zich wantrouwig op. Hij kondigt alles aan wat onbekend is met onmiskenbaar geblaf. Waakzaamheid, loyaliteit en bovenal bescherming van zijn roedel zijn zijn topprioriteiten.

Vanwege zijn karaktereigenschappen heeft hij sterk leiderschap nodig. Vooral de luide manier van communiceren zal in een rustige buurt snel worden opgemerkt. Om deze reden is een zeer consequente trainingsstijl noodzakelijk. Alleen dan zal hij zich houden aan de regels die jij wilt dat hij volgt. Ondanks zijn ongebreidelde temperament, heeft de Appenzeller Sennenhond een zeer sociale inslag. Gezinsactiviteiten en speelse spelletjes met kinderen liggen hem na aan het hart. Hij staat open voor andere honden van dezelfde soort.

Zelfs op grote afstand straalt dit ras een sterk zelfvertrouwen uit. Snel als een pijl, manoeuvreert hij op onduidelijk terrein. In termen van lichaamsgrootte, vestigt hij zich op een middelmatig niveau. Het sterke standbeeld onderstreept nadrukkelijk zijn grote uithoudingsvermogen en de wil om te rennen.

Mannetjes bereiken een schofthoogte tussen 52 en 56 cm wanneer ze volgroeid zijn. Vrouwtjes blijven nauwelijks achter met ongeveer 50 tot 54 cm. De wigvormige kop vormt een harmonieus geheel met de driehoekige flaporen. De kleine oogdelen geven zijn gezichtsuitdrukking een majestueus tintje.

Maar vooral de borstvoorborst, die hij trots toont, springt in het oog. De vacht is meestal zwartachtig bruin. Het gezicht, de poten, de borst en de buik vertonen duidelijk gescheiden zones. In deze gebieden domineren wit en sterk bruinrood de kleuring.

Typisch voor de Appenzeller Sennenhond is ook de sterk gekromde staart. De bijnaam “Posthörnchen” verwijst rechtstreeks naar dit deel van het lichaam. Dankzij de verwarmende mantel zijn zeer lage temperaturen geen probleem. Volgens de FCI behoort de Appenzeller tot de Pinscher- en Schnauzergroep.

Het juiste dieet

Zowel puppy’s als volwassen dieren houden van ravotten en zijn bijna onverzadigbaar. Toch moet u hun energiebehoefte niet overschatten. Alleen de juiste hoeveelheid voedsel garandeert een gezonde ontwikkeling. Dan blijft uw Appenzeller Sennenhond piepblij, sterk en snel ter been.

Overgewicht is een gevaar voor hen, vooral op oudere leeftijd. Deze trouwe dieren hebben geen bijzondere prioriteiten in hun dieet. Om die reden hebben zij over het algemeen een goed ontwikkelde eetlust. Uit nieuwsgierigheid eet de Appenzeller Sennenhond maar al te graag restjes. Helaas heb je dat niet in de hand en komen ze snel aan.

Let altijd op de juiste hoeveelheid voedsel. Gezien zijn postuur, is dit nogal weinig. Overvloedig voedsel versnelt de groei in het begin. Later zal dit resulteren in een hoger risico op ziekten van gewrichten en organen. Dit geldt ook voor een overmatige toevoer van vitaminen en mineralen.

Geduld en zorgvuldigheid zijn dringend geboden bij het voeden. De eerste tekenen van te veel lichaamsvet maken uw dierenvriend traag. Als gevolg daarvan zal zijn plezier in bewegen en zijn verlangen om te leren drastisch afnemen. Moeilijkheden bij het palperen van de ribben of heupbeenderen wijzen ook op gewichtsproblemen. Kwalitatief goede maaltijden in kleine hoeveelheden zijn te verkiezen boven een volle bak.

De hoeveelheid voedsel is enorm belangrijk. De Appenzeller kan niet bloeien als hij ondervoed is. Op oudere leeftijd kan hij tekortkomingen later niet meer compenseren. Let vooral op de energie- en eiwitbalans. Let ook op de toevoer van vitamine D3, calcium en fosfor. Meer details vindt u in de gids voor hondenvoer.

Appenzeller Sennenhund Verzorging

Vergeleken met andere rassen is de vachtverzorging van de Appenzeller Sennenhund kort. De vacht heeft alleen van tijd tot tijd uw persoonlijke aandacht nodig. Een korte borstelbeurt is voldoende. Regelmatige controle is echter geen triviale zaak. Grove vervuiling zoals droge modder maakt het nodig om naar de shampoo te grijpen.

Parasieten hebben gemakkelijk toegang tot de minder dicht behaarde gebieden. Je moet vooral op deze gebieden goed zoeken. De anus en de poten moeten worden ontdaan van hardnekkig vuil. Anders loopt het levendige dier het risico van ontsteking op deze kwetsbare plaatsen.

In de winter, gebruik een kam om losse ondervacht te verwijderen. Vervang de kam twee keer per jaar. U moet ook voorzichtig het haar tussen de poten trimmen.

Een Appenzeller hond is letterlijk een drukbezet dier. Hij neemt graag taken op zich en vervult ze met een groot plichtsbesef. Een enorme hoeveelheid lichaamsbeweging blijft een basisvereiste om hem te houden. Eenvoudige korte ritten over het veld zijn helaas niet genoeg voor dit ras. Het heeft eerder een atletisch aangelegd persoon als partner nodig. In ruil daarvoor houdt de temperamentvolle hond u fit dankzij de constante lichaamsbeweging. Je kunt je nauwelijks een betere partner wensen voor buitenactiviteiten.

De onbedwingbare nieuwsgierigheid van het dier blijft een grote uitdaging voor u. Zijn gehoorzaamheid stelt u in staat snel succes te boeken bij de training. De voorwaarde hiervoor blijft de fysieke en mentale training van het veeleisende dier. Een verstandig programma van aanmoediging en vermaak maakt deel uit van de verzorging van de herdershond.

Geschikte accessoires

De dorst naar kennis en argwaan van de Appenzeller Sennenhond stelt hoge eisen aan de training. Het juiste speelgoed en het verstandige gebruik ervan zijn van groot belang. Alleen dan kan het dier door u specifiek worden aangemoedigd.

Natuurlijk zijn deze honden ook dol op klassieke achtervolgingsspelletjes met ballen. Op lange termijn echter wordt de aard van de hond hierdoor te weinig uitgedaagd en ontwikkelt het jachtinstinct zich te veel. Taken die het denken stimuleren zijn meer geschikt. Denk hierbij aan raad- en zoekspelletjes of het aanleren van termen om op te zoeken.

Als veelzijdig werkdier heeft de hond, afhankelijk van het werkterrein, extra uitrusting nodig. In ieder geval moet deze apparatuur van goede, robuuste kwaliteit zijn. Tijdens de uitoefening van zijn functie moet hij zich vrij kunnen bewegen. Als je traktaties geeft, probeer ze dan zo calorie-arm mogelijk te houden. Dit zal voortijdige zwaarlijvigheid voorkomen door kleine beloningen.

Voor de gemakkelijk te onderhouden vacht heeft u alleen een gewone hondenborstel nodig. Een kam met grove tanden zorgt voor de ondervacht tijdens het verharen.

Dankzij de hoge weerbestendigheid van de jas is het niet nodig winterdekens aan te schaffen. Het koude seizoen deert het robuuste hondenras niet erg.

Ondanks zijn beschermende instinct, wordt de Appenzeller niet beschouwd als een bijtende hond indien hij correct is opgeleid. De muilkorfvoorschriften variëren echter naar gelang van de woonplaats, de wet en het ras. U moet deze in ieder geval volgen.

Oorsprong & Geschiedenis

De oorsprong van de Appenzeller Sennenhond wordt vaak in verband gebracht met Zwitserland. De ware oorsprong is niet volledig bekend. Speculaties van historici wijzen echter in de richting van het Romeinse Rijk. Eenheden van troepen droegen een vechthond met zich mee op veldtochten door Zwitserland. Zijn kenmerken komen in veel opzichten overeen met die van de Appenzeller Sennenhund. Sindsdien heeft deze voorvader vaste voet gekregen in zijn nieuwe woonplaats, het Appenzellerland.

Ondanks deze veronderstelling is zijn reputatie als Zwitserse primitief geenszins ongegrond. Een verslag in “Tierleben der Alpenwelt” in de 19e eeuw documenteerde zijn eigenschappen. Het lijdt geen twijfel dat hij in die tijd grote populariteit genoot onder de boeren van Appenzell. De Zwitser Max Sieber ontfermde zich over de hardwerkende en trouwe dieren. Spoedig daarna legde hij de typische raskenmerken vast in de Zwitserse Kynologische Vereniging.

In 1898 werden acht dieren gepresenteerd op een internationale beurs. Ze kwamen allemaal overeen met het nieuwe ras uit Appenzellerland. Vanaf dat moment droegen ze voor het eerst resoluut de bijnaam Sennenhund.

De slimme en gretige honden wekten ook grote belangstelling bij Prof. Albert Heim uit Zürich. Ook hij wijdde zich spoedig enthousiast aan de bevordering en instandhouding van het ras. Als gevolg hiervan werd in 1906 de “Appenzeller Sennenhunde Club” opgericht. Slechts acht jaar later legde Heim de rasstandaard voor het eerst fundamenteel vast.

Dit geldt vandaag de dag nog steeds en wordt erkend door de FCI. De Appenzeller Sennenhund vormt een gemeenschap in de categorie van de Zwitserse Berg- en Veedrijvershonden. Hiertoe behoren de Berner Sennenhond, de Entlebuch Sennenhond en de Grote Zwitserse Sennenhond. Door de moeilijkheid om te kweken, blijkt de verspreiding echter zeer gering te zijn.

Vandaag de dag wordt de Appenzeller Sennenhund beschouwd als een bedreigd ras. De reden hiervoor is, onder andere, een smalle basis voor de fokkerij. Het gevaar van inteelt verhoogt het risico op erfelijke ziekten. Wegens de dramatische situatie neemt de Zwitserse stichting ProSpeciaRara het op voor het hondenras. Het personeel zet zich in voor hun voortbestaan en welzijn.